In het kader van het vak Professionele ontwikkeling (PO) kregen de studenten Organisatie & Management eind vorige maand een inspiratiesessie rond het klimaat voorgeschoteld. Studente en huisblogger Shannon Collyns ging luisteren naar enkele docenten en speelde het Climate Agreement Game. "We kunnen nú nog een verschil maken."
Met weinig voorkennis trokken we met de studenten Event & Project Management en Business & Languages naar de inspiratiesessie rond Climate Agreement. Nadat we waren binnengekomen, werden we willekeurig ingedeeld en kregen we een tafel of zitplaats toegewezen. Er was een belangrijke nuance tussen die twee, want ze stelden landen en gebieden op aarde voor. Sommige studenten zaten op een stoel of zelfs op de grond. Zo was het midden een eilandje bestaande uit water en afval.
Het volgende wat opviel, was de plaats die ik toegewezen kreeg. We vertegenwoordigden 'de Verenigde Staten' en kregen een tafel boordevol lekkers: chips, cola, M&M's, fruit ... Links van ons zat de Europese Unie, rechts van ons India. De Europese Unie had ook wel wat “rijkdom”, maar beduidend minder dan wij. India had dan weer enkel een fles water. Het eilandje in het midden moest het doen met het afval dat het ter beschikking had. Er lagen ook papieren met informatie over wat ons land al dan niet kon betekenen voor het klimaat.
Hallucinant
Na een korte inleiding kregen we te horen dat de rijke landen mochten consumeren. Met groot enthousiasme begonnen we te eten en drinken. Toch voelden enkelen onder ons zich schuldig … Hoe hallucinant was het dat wij, als Amerika, al die producten hadden en anderen weinig tot niets? We begonnen uiteraard reflexmatig dingen uit te delen, maar al snel hoorden we dat dat niet toegestaan was.
Daarna begonnen de onderhandelingen over het klimaat: wanneer willen wij de piek bereiken van onze CO2-uitstoot? Hoelang willen we ons verbruik stabiel houden en vanaf wanneer beginnen we onze uitstoot effectief terug te dringen? Gaan we ontbossing tegen en kiezen we voor nieuwe bossen? Hoeveel geld zijn we bereid bij te dragen aan het Fonds om het vereiste bedrag van 100 miljard dollar in te zamelen?
We zetten onze piek op 2024 en tegen 2027 willen we graag afbouwen. We zullen onze uitstoot met 2,5 % verminderen. Ontbossing gaan we tegen met 70 % en bebossen doen we met 30 %. En we zouden 25 miljard bijdragen. Ook de andere landen kwamen met voorstellen, waarna we in de tweede ronde konden onderhandelen met elkaar.
Rijken verplichten
India wilde zijn armoede bestrijden en kwam al gauw geld vragen bij ons. Omdat we rekening hielden met onze schulden, besloten we om privégeld te doneren en zo een akkoord te sluiten. Het land droeg ook 5 % bij aan het Fonds. Uiteindelijk mochten we delen wat we op tafel hadden, waarna we niets meer overhadden. Zo was al ons snoepgoed op en hadden we enkel nog water en fruit over. De les: te vrijgevig zijn, leidt tot een zekere armoede. Die is in onze context wel relatief, want we gaven niet meer dan wat we wilden of konden. We vroegen ons ook af of de VS in het echte leven zo snel zouden delen of in een akkoord stappen.
Om geld aan het Fonds te doneren, wilden we de Amerikaanse rijkere klasse - op basis van inkomen en bezit - verplichten om bij te dragen. Na een tweede overleg besloten we ook om onze uitstootpiek en het reducatiejaar een jaar te vervroegen. Ontbossing zouden we nog actiever bestrijden (met 77 %) en met 45 % zouden we ook extra bebossen. Ten slotte verhoogden we onze reduction rate met 0,5 %. De uitkomst van dat alles? Een klimaatopwarming van 2,4 graden. Nog steeds verre van het streefdoel van Parijs, maar wel beter dan de huidige 3,2 graden.
Tandje bijsteken
Voor mij persoonlijk was het frappant om te zien hoe hoog het waterpeil binnen enkele decennia zou staan. En ook: wat we moeten doen om dat tegen te gaan. Onze consensus na deze meer dan geslaagde inspiratiesessie is deze: we hadden alles veel eerder moeten opmerken, maar we kunnen nú nog steeds een verschil maken. En hoewel ik al bewust probeerde te leven en consumeren, ga ik alvast een tandje bijsteken.
Comments